My Embodied Masculine Experience

English version here.

Na mijn indrukwekkende ervaring met twee dagen Sacred Sons in Amsterdam, heb ik besloten om hier nóg dieper in te duiken door mee te gaan met hun EMX, of Embodied Masculine Experience: vier dagen in Portugal. Deze beslissing heeft echt een enorme impact gemaakt op mij en ik wil er heel graag over vertellen!

Lessen op weg

Op de terugweg van onze gezinsvakantie in Zuidwest-Engeland ben ik min of meer afgezet op het vliegveld, dus ik was al even van huis.
Bij zulke reizen, die je maakt om te leren en te groeien, beginnen de lessen vaak al voor je aangekomen bent.
Op het vliegveld had ik al een paar broeders ontmoet, min of meer toevallig. Een van hen had een bijzondere fluit meegenomen, die hij aan ons liet zien. Er waren daar ook twee kinderen, die aandrongen dat hij zou gaan spelen voor ze. Ondanks dat hij een muzikant was, had hij nog nooit in publiek iets gespeeld zonder bladmuziek – en durfde hij dat ook écht niet. Maar de kinderen hadden echt van die onweerstaanbare vragende ogen, dus hij deed het! En daarmee was al de eerste barrière overwonnen!

Voor mij begon de eerste les in het vliegtuig zelf. Ik had namelijk op mijn ticket gezien dat ik aan het raam mocht zitten. Nou moet je weten dat ik altijd al wilde kunnen vliegen – en in een vliegtuig bij het raam zitten is wel een van die weinige dingen die daarbij in de buurt komen. Vooral bij vluchten over land, zoals de route naar Portugal.
Maar. Er zat iemand op mijn stoel. Een stelletje. En dat confronteerde mij met een edge, iets wat me tegenhoudt, maar waar ik in wil groeien. Ik kwam er achter dat ik moeilijk vind om op te komen voor mijzelf en mijn grenzen te bewaken. Ik spreek me keihard uit tegen onrecht veroorzaakt door instanties, maar zodra ik een individu persoonlijk moet aanspreken, vind ik het moeilijk. Ik wil niet graag een boodschap brengen die ik zelf ongemakkelijk zou vinden om te ontvangen.
Dus wat deed ik? Ik ging halfbakken onderhandelen: “Tja, eeuh, sommige mensen geven er niet zoveel om om bij het raam te zitten, en ik wel. Zouden jullie het misschien fijn vinden om te ruilen? Ik had me een beetje verheugd om bij het raam te zitten, snap je?”
Ze zeiden nee, en dat was dat. Pick your battles, zei ik tegen mezelf. Ik vertelde mezelf dat ik nu de beslissing gemaakt had om niet op mijn strepen te gaan staan en de boel zo te laten. En die beslissing wilde ik in eigendom nemen. Dat was mijn bedoeling althans, want eigenlijk heb ik een groot deel van de tijd zitten balen in stilte.

Portimão Pillow Fight Club

Omdat de locatie niet zo dicht bij het vliegveld was, was er een appgroep opgetuigd zodat mensen samen vervoer en slaapplaatsen konden regelen. In dit proces kon ik trots zien dat ik al redelijk wat proactiviteit ontwikkeld had (ooit een “ontwikkelpunt”). Met een aantal broeders verbleven we in een appartement in de kustplaats Portimão. Op de 15e verdieping met een fantastisch uitzicht over zee.

Het was echt grappig om met zo’n stel bewuste mannen in zo’n toeristische plek te zijn. De gesprekken gingen niet over bier, voetbal of auto’s maar echt allemaal over zelfontplooiing, plant medicine en levensdoelen enzo.

In bed (echt relaxed om gewoon een tweepersoonsbed te kunnen delen met een man zonder dat er ook maar iemand ongemakkelijk wordt en gaat denken dat het gay zou zijn) had ik een heel mooi gesprek met een broeder over manifestatie: over hoe we in onze levens eigenlijk al onze wensen hebben laten uitkomen.
Maar ik leerde ook een les van hem: de kunst van het geven. Ik heb vanuit mijn jeugd, waarin ik het heb zien gebeuren dat ons gezin alles van waarde moest verkopen totdat we in de bijstand belandden, meegekregen dat ik op elke cent moest gaan zitten. Ik heb daarom bijvoorbeeld eigenlijk ook nooit echt plezier gehad in het geven van cadeaus aan mensen. En uit eten gaan vond ik vaak stom, omdat het zoveel meer geld kost dan zelf koken.
Maar hij vertelde me over hoe hij met liefde geld kon geven, omdat hij het de ander zo gunde. “Neem mijn geld! Alsjeblieft! Ik wil dat je het aanneemt!”.
Wat hij zei kwam wel over. Tijdens de transacties die ik in de daaropvolgende dagen zou aangaan, heb ik dat met meer plezier om de ander gedaan.

Nadat we in de ochtend waren gaan zwemmen in de oceaan, gingen we ontbijten in een eettent. In plaats van te mopperen dat een beetje eten bij de supermarkt goedkoper zou zijn, bestelde ik wat ik graag zou willen eten zonder naar de prijzen te kijken en betaalde ik met plezier en vond ik het ineens leuk om wat fooi te geven.
Terwijl we daar zo zaten, zag ik aan de overkant een Thaise massagesalon. Te duur? Nee. Ik had het nodig. Ik voelde me licht in mijn hoofd en wilde met mijn aandacht terug in mijn lijf zijn. Het was echt heerlijk, lekker hard, en ik denk ook dat de masseuse op mijn rug liep. Na een uur betaalde ik met veel dankbaarheid en plezier.

In de middag kwamen we aan op Awakeland, een herbebossingsproject, waar ze ook grote domes verhuren voor activiteiten zoals de onze.

Ik vond er een oude bamboestok, die ik oppakte. Ik zwaaide er mee als een zwaard. Ik liep er mee als wandelstok. En ik herinnerde me dat ik al sinds ik kon lopen met stokken liep. Tot ik ergens in de twintig was. Om wat voor reden dan ook ben ik er toen mee opgehouden (ik had alleen nog een stok op school om dingen aan te wijzen en leerlingen te prikken), en eigenlijk vond ik het wel leuk om de stok weer op te pakken.

Toen vrijwel iedereen gearriveerd was, werd de ceremonie geopend, waarbij we langs alle elementen geleid werden. Ook hier leerde ik iets belangrijks. We gingen namelijk ook door een meer, waar we het water dat van ons af lieten spoelen wat we niet meer nodig hebben. Voor mij was dat oordelen en vergelijken: zodra ik iemand zie, heb ik mijn oordeel al klaar. En ook een vergelijking: ik was vaak geneigd om anderen onder of boven mezelf te plaatsen. Die reflex leidt zelden tot iets goeds, dus die wilde ik achterlaten.
Ik was als één van de eersten uit het meer. Vanaf de kant zag ik hoe de andere mannen één voor één op de kant kwamen. En ineens had ik een oplossing gevonden voor mijn vooroordelen: in plaats van een oordeel voelde ik nu liefde voor iedere broeder die uit het water te voorschijn kwam.
Ook die les heb ik me eigen gemaakt. Wanneer ik nu een ander mens zie, realiseer ik me hoe we on the same team zijn en kan ik liefde voelen in plaats van iets anders.

Later kwamen we nog op verschillende plekken. En we sloten met elkaar een aantal overeenkomsten die vooral gingen over integriteit.

Weerstand

Na een gezamenlijke activiteit in werden we in twee groepen verdeeld. De meeste van de broeders die ik al kende van Amsterdam of Portimão kwamen in de andere groep, met Kale als een van de mentoren. Hij was degene met wie ik in Amsterdam gevochten had, waardoor ik mijn eigen kracht gerealiseerd had; ik had gehoopt meer van hem mee te maken.
Ondanks dat ik een paar hele leuke mannen in mijn groep had, voelde ik me niet zo tevreden. Maar ik redeneerde dat het niet zonder reden was en dat de weerstand die ik voelde misschien juist wel de drempel was tot groei.

In de avond deden we een oefening waar je naar iemand moest bewegen waarvan je bijvoorbeeld dacht dat hij heel succesvol was. Naar mijn idee kwam er bij de positieve dingen vaak niemand naar mij en bij de negatieve soms wel. Er werden steeds vragen gesteld, maar ik was nooit in een positie waarin mij iets gevraagd werd, terwijl ik over elke keuze een weloverwogen antwoord had kunnen geven. Ik deed mijn best om mijn zelfvertrouwen uit mijn kern te halen, maar toch voelde ik me niet gezien en gevalideerd.
Ook hier leerde ik een belangrijke les: wie leeft op de waardering van anderen, sterft wanneer die dat niet krijgt.
Dat ging wel even op voor mij. In het dagelijks leven krijg ik echt wel veel complimenten over wat ik doe, maak en hoe ik ben. Maar hoe leuk dat ook lijkt, het heeft ook een bepaalde afhankelijkheid met zich mee gebracht; een een soort waas die maakt dat ik soms dingen doe voor de validatie en niet omdat het is wat ik echt wil…

Terwijl ik die les aan het verwerken was, gingen we in tweetallen. Maar vrij snel ging mijn maatje ergens iets anders doen en terwijl alle anderen samen waren, voelde ik me echt een beetje verloren en alleen.

The killer of joy

De volgende dag begon heel vroeg. Op Awakeland is een vallei alleen voor vrouwen en een berg voor mannen. Op de berg begroetten we de opkomende zon met geluid en lied.

Mijn maatje vertelde me dat hij geregeld had dat hij naar de andere groep ging. Ik had ’s nachts overwogen om om overplaatsing te vragen, maar nu juist mijn maatje dat al gedaan had, liet ik die gedachte maar varen.

We gingen bezig met fysieke oefeningen. Die hielpen me uit mijn getob van de vorige avond te halen. En ik heb ook heerlijk gedanst alsof er niemand keek – al ben ik die gêne eigenlijk sowieso al wel voorbij. In elk geval kan ik op zulke momenten kan ik zo ontzettend genieten van mijn lichaam.

Later op de dag begonnen we in de aparte groepen ritual confrontation. In Amsterdam had ik daar zo intens van genoten, en ik vergeleek de beide ervaringen. Deze keer waren de regels over uitnodigen iets anders, en het emotionele aspect kreeg veel minder aandacht. Door de vergelijking vond ik het echt minder leuk.
Voor mij kwam er niet echt een intentie op om de ring in te stappen, maar ik verwachtte wel dat iemand mij zou uitdagen. Ik wilde het lot laten beslissen. Maar niemand koos mij en mijn gevoel van niet gezien worden kwam weer terug. Toen er nog tijd was voor één ronde waren er drie broeders over. Met een van hen had ik ’s ochtends al geoefend. Hij wist dat ik op kickboksen zat en hij vond het erg spannend om met me te vechten, toch vroeg hij mij. Ik was er in dit gevecht voor hem. Maar mij deed het niet heel erg veel. De klappen die hij me gegeven had, hadden me wel wat meer in het moment teruggebracht en me doen realiseren hoe erg ik uit verbinding gegaan was.

In de avond was een deelronde met onze deelgroep. Meestal spreken we tijdens zulke rondes niet meer dan twee zinnen, maar nu was er meer tijd voor wat iedereen te vertellen had. Alleen zetten de mentoren er de vaart in, omdat ze nog een spel wilden doen.

En dat spel was maffia, de Engelse versie van weerwolven. Heel eerlijk: ik vind daar geen reet aan. Ik speel het heel vaak op school met mijn mentorleerlingen. Moesten we daarvoor die deelronde nou afraffelen?

Toen ik van de andere groep hoorde dat zij wel uitgebreid gepraat hadden en geen maffia hadden hoeven spelen, was mijn ontevredenheid groot geworden. In Amsterdam was alles zo intens geweest en had ik zoveel verbinding met iedereen gevoeld. In de andere groep hadden ze behalve Kale als mentor ook nog eens kleine ritueeltjes met hoe-ha! roepen die wij niet hadden.

Ik besloot dat ik teveel geld had betaald om ontevreden te zijn en dat ik me moest uitspreken. Dus ik ging naar mijn mentoren. Ik zag ze zitten en dacht eraan hoe ongemakkelijk ik mijn eigen boodschap zou vinden om te horen en keerde weer om.
Maar nee, ik zou toch voor mezelf opkomen? Dus ik weer naar ze toe, maar tja, ze waren nu in gesprek met iemand anders. Ik keerde weer om, blij om dit smoesje.
Terwijl ik wegliep pakte ik mijn stok. Ik had hem in mijn hand als een zwaard, maar toen dacht ik: wtf, je doet alsof je een ridder bent, maar je loopt weg voor je gevecht! Deze keer ging ik écht naar de mentors toe.
Ik raapte mijn moed bij elkaar en sprak al mijn ongenoegen uit. Dat ik Amsterdam beter vond. Dat ik dacht dat de andere groep dieper ging en meer verbonden was. Dat ik graag in de groep van Kale gezeten had.

Mijn mentor Kareem vroeg of ik wilde dat hij zou reageren. Ik vond zijn reactie erg sterk. Hij bedankte me voor mijn eerlijkheid (eerlijkheid was één van de overeenkomsten die we aan het begin met elkaar gesloten hadden) en verzekerde me ervan dat het hem geen vervelend gevoel gegeven had. Hij zei me geen Kale te zijn en hem ook niet te willen kopiëren. En hij wees me erop dat vergelijken de killer of joy is, wat ik ook eigenlijk ook wel wist.
Verder bleef hij kalm, vol in vertrouwen over alles wat hij tot nu toe gedaan had en wat er nog komen ging. Hij schetste zonder in de verdediging te gaan wat we de volgende dag zouden gaan doen en dat dit meer was waar de kracht van hem en Yusuf, de andere mentor lag.

Voor mij was het allerbelangrijkste dat ik me uit had durven spreken. Alleen al daarin lag een enorme opluchting en medicijn.

Diep gaan en loslaten

Kareem wist waar het over had en de derde dag zou me compleet ondersteboven brengen.

Mijn lichaam was al best wel moe na de vorige fysieke dag. Tijdens de ochtend gingen we weer bezig met lichaamswerk, maar het kostte me echt grote moeite om een beetje soepel te bewegen.

We gingen weer in twee groepen uiteen. We speelden een variant van over de streep. Daarbij zijn er twee kanten: als je voldoet aan wat er gezegd wordt, mag je naar de overkant. Bijvoorbeeld: “iedereen die wel eens gepest heeft naar deze kant”. Daarbij kan het soms erg confronterend zijn om te zien hoeveel mannen door iets moeilijks heen hebben moeten gaan. Of juist hoe weinig: het raakte me echt wel hoe daar soms juist maar één of twee mannen met tranen in hun ogen te zien staan om wat ze doorgemaakt hadden.
Ook liet het me zien hoe veel privileges ik heb gehad in mijn leven: ik ben bijvoorbeeld veilig opgegroeid met mijn beide ouders die allebei hun best deden en heb me nooit zorgen hoeven maken waar ik mijn eten voor de dag vandaan zou moeten halen. Dat bleek echt geen vanzelfsprekendheid… Met zo’n oefening leer je elkaar echt kennen en het werkt heel verbindend.

Later vormden we een cirkel. Wie dat wilde, mocht in het midden en daar benoemen wat hem dwars zat. Vervolgens gingen we daar dan mee aan het werk. Veel van de verhalen gingen over falende vaders, die er niet waren of maar geen liefde konden tonen. Dat maakte dat ik mij nog eens extra voornam om een goede vader voor mijn kinderen te zijn. Maar er waren ook verhalen over verraden worden of er alleen voor moeten staan.
Bij iedereen was het super intens. Er kwamen ontzettend sterke emoties los. Oude pijn die eindelijk geuit werd. Wat werd er geschreeuwd en gehuild! Ik heb zelf bijna aan stuk door staan huilen. Niet van verdriet, maar om getuige of zelfs deel te mogen zijn van de schoonheid van deze heling.
En ook is het prachtig om te zien dat een verhaal van één man, ook in een ander veel kan losmaken, zodat ook hij verder geholpen wordt.

Ik zelf ben ook naar voren gestapt. Er was namelijk iets waarmee ik al heel lang onder mijn ziel liep en waar ik nog nooit over geschreven heb: mijn slechte relatie met mijn stiefdochter. Ik begon gelijk te vertellen, maar Kareem onderbrak me. Hij zei: “het verhaal is vast heel belangrijk. Maar ga eerst eens naar je gevoel. Wat voel je?”
Ik sloot mijn ogen en legde mijn handen op mijn hart. Ook al weet ik heel goed hoe erg schuld en schaamte tot niets goeds leiden – ik realiseerde me dat ik dit wel degelijk voelde. (Anders had ik vast eerder al wel over dit onderwerp geschreven…)

“Hoe ziet dat eruit?” Ik boog mijn hoofd en verborg mijn gezicht. En in die pose kwam het met alle geweld los. Een stortvloed van verdriet. En de schaamte: hoe kon ik al deze mannen nog in de ogen kijken als ik ze vertelde hoe ik ben opgenomen in een gezin om vervolgens jarenlang een machtsstrijd te voeren tegen het kind?

Wat ik wilde? Herstel van de band. Dat het goed gaat met mijn stiefdochter. En dat ik vrij ben van alle schaamte.

Ik had daarvoor nodig dat ik het verhaal vertelde. Over hoe moeilijk het geweest was. Over dat ik, hoewel ik echt mijn best gedaan heb, ik toch steeds bleef falen. Over hoe ik mezelf steeds niet in de hand kon houden. Over hoe ik plechtige beloftes gebroken heb. Door dit hardop uit te spreken ontstond er ruimte. Ruimte om dit los te laten en te transformeren.

Ik moest kiezen wat ik nodig had: schreeuwen in het bos of een knuffel. Twijfel… Beiden..? Nee! De mentor gaf me op m’n flikker. Kies nou eens! Niet altijd dat halfslachtige gedoe: voel wat je echt nodig hebt! You can’t have both.
Ik sloot m’n ogen en koos voor het schreeuwen in het bos. M’n broeders vormden de boomstammen en het ruige struikgewas daartussenin door elkaars handen vast te pakken. Eén iemand vertegenwoordigde totale vrijheid en wachtte me op aan de andere kant. Maar ik moest me er wel naar toe vechten terwijl ik tegengehouden en toegeschreeuwd werd. Met al mijn kracht beukte ik me tergend langzaam naar voren. Soms leek het er op dat ik er niet doorheen zou komen. Mijn voeten bloedden door de kapotte vloer. Ik brulde, ik duwde, draaide en ramde mezelf er doorheen. Helemaal uitgeput viel ik in de armen van mijn broeder. Maar hij liet me al gauw los. “Go again” werd er gezegd.

Ik kon het haast niet geloven. Ik had al alles gegeven. Mijn voeten waren stuk. Maar een nieuw bos vormde zich al. En vrij wilde ik zijn, no matter what. Weer ging ik het bos te lijf. Weer gaf ik alles. Mijn hele stem, al mijn kracht. Er werd tegen me geschreeuwd dat het toch niet zou lukken. Maar dat geloofde ik niet. Ik wist dat ik vrij kon zijn en bleef doorvechten. Uiteindelijk bereikte ik de overkant en daarmee symbolisch ook de vrijheid.

Er volgde nog een gesprek over wat ik zelf nog ging doen om de situatie te verbeteren en hoe ik zou omgaan met afwijzing. Het scheelde voor mij al wel dat ik niet helemaal op nul stond, omdat ik eerder al aan het proces van herstel begonnen was. Maar het bewust kunnen voelen van de schaamte en het daardoor kunnen loslaten daarvan, dat was goud.
En ook een les over het accepteren van het het gewoon echt niet weten. “I want to love you, but I do not know how”.

Op een gegeven moment was het lunchtijd. Ik was helemaal uitgeput en bleef op de grond liggen terwijl langzaamaan de meesten richting het eten vertrokken. Bij vlagen kwamen er herinneringen boven van dingen die ik gedaan hadden of die misgelopen waren. En dan kwamen de tranen weer. Het was een bijzondere ervaring. Normaal gesproken als je op de grond ligt te huilen, gaat het niet zo best met je. Maar ik voelde me geen hoopje ellende, integendeel: ik voelde me ontzettend goed en sterk. Elke keer als ik weer een steek van verdriet voelde, was ik daar zo blij om, omdat ik het dan helemaal los kon laten.

Het echte gevecht

Nadat we uiteindelijk klaar waren met het emotionele werk, werd er voorgelegd dat er uit de andere groep nog vijf mannen waren die nog wilden vechten. De kampioenen. En wie van onze groep hen tegemoet zouden treden.

Ik stapte naar voren. Ik voelde me inmiddels wel weer gesterkt, ook fysiek. Maar er stapten anderen naar voren, meer dan vijf. Al gauw hoorde ik mezelf zeggen: “Ik vind het gevecht alleen maar heel leuk. Heb jij het nodig? Dan maak ik wel plaats!” En ik stond mijn plaatsje af.

Heel tevreden was ik niet met mijn beslissing. Maarja, ik had hem gemaakt, en dan is het klaar, toch? Terwijl we de ruimte uitgingen, kwam er een broeder naar me toe die zijn hand op mijn borst legde en me aankeek: “Is dit echt wat je wilt, Oskar?” was wat hij vroeg.

Nee! Ik had mezelf niet zo licht moeten wegcijferen! Ik wilde echt vechten!
Ik stapte op de broeder af aan wie ik mijn gevecht had afgestaan. En ik bracht hem de boodschap die ik zelf ongemakkelijk gevonden zou hebben om te horen: dat ik toch eigenlijk wel heel graag wilde vechten in plaats van hij.
Dit was voor mij het grootste gevecht. Maar ik had het geleverd!

Als beloning mocht ik later in de grote arena vechten tegen de grootste broeder die we hadden: een reus van een man, die op hoog niveau rugby in Nieuw-Zeeland gespeeld had.
Terwijl alle mannen ons aanmoedigden, vochten we het gevecht der kampioenen. We deelden echt wel serieuze klappen uit en het was zo heerlijk om dit samen te doen; met iemand om wie ik geef, terwijl alle broeders staan toe te juichen.

Na afloop kregen we ook van bijna iedereen terug dat het dak er af gegaan was van alle energie die van ons af gespat was. En ik kreeg ook van zó veel mannen te horen dat ze me bijna niet meer herkenden omdat ik ineens zo’n andere energie was gaan uitstralen.

En inderdaad. De eerste twee dagen was ik ontevreden geweest en wat meer op mezelf. Nu was ik alles aangegaan wat er aan te gaan was en daar mocht ik de vruchten van plukken: er was een ontzettende kracht vrijgekomen in mezelf.

Er waren nog wel meer hele mooie gevechten geleverd. Na afloop van één daarvan vertelden twee mannen elkaar hoe ze het archetype van de koning in de ander zagen. Onbedoeld knielden ze uit diep respect spontaan tegelijkertijd voor elkaar. Ik vond dat zo’n prachtig moment dat de tranen me weer over de wangen stroomden. Waar koningschap is naar mijn idee vanuit kracht dienstbaar zijn.

Dansen

’s Avonds kwamen we in de grote zaal bijeen. We werden gevraagd onszelf te blinddoeken. Ik heb het niet kunnen zien, maar volgens mij deed iedereen dat. Dat is iets wat je eigenlijk pas kan als je je veilig voelt. Ik vertrouwde iedere man daar blindelings. Mijn broeders.
Er werd muziek gespeeld. Eerst heel ingetogen, maar langzamerhand steeds uitbundiger.
Het was een interessante ervaring. Want ik voelde me in eerste instantie best wel angstig. Wat als ik mijn blinddoek af zou doen en iedereen zou ineens stiekem weggegaan zijn? Wat zou er met me gebeuren als ik echt helemaal alleen zou zijn voor langere tijd in de wildernis? Hoe zou het zijn om alleen door de ruimte te zweven? Ik constateerde dat ik een andere keer aan het werk mag met dit thema.
Het was echt fijn dat ik op enig moment tegen iemand anders aan botste die me vasthield en zijn hand op mijn hart legde.
Later hoorde ik van zeker twee broeders dat ze hiervoor nooit gedanst hadden en de dat de blinddoek voor hen echt een bevrijding geweest was, die de wereld van het dansen voor hen ontsloot.
Op een gegeven moment mochten de blinddoeken af en ging ik helemaal uit m’n dak. Ik hou zoveel van dansen als ik maar geen pasjes hoef te leren! De muziek voelen in mijn lijf en gewoon meegaan.

Er ontstond zelfs een mosh pit. Als je me ergens blij mee kan maken is het dat wel…! Maar in een speelse aanvaring met een broeder, viel hij terwijl hij wraak op me wilde nemen voor een duw, waardoor zijn knie uit de kom geschoten was. Dat op zich was niet zo fijn, maar het liet wel zien hoe betrokken iedereen met elkaar was, want vanaf het moment dat de mannen doorkregen dat er iets aan de hand was, liet iedereen alles uit z’n handen vallen om zeker te weten dat het wel goed met hem ging.

Laatste dag

Tijdens de laatste dag waren we ons er best wel bewust van dat het op z’n eind liep. Dat we voor de laatste keer in deze samenstelling de zon zouden zien opkomen.

Tijdens de laatste deelronde vertelden meer mannen over hun gevoel bij de verschillende groepen. Een broeder was echt zo direct: “Waarom zit ik niet bij de alpha? Ik verdien dat!” Maar net als ik, had hij achteraf echt niet willen ruilen!

Daar zijn

Door samen zo veel mee te maken en te delen ontstaat een diepe verbondenheid; broederschap. Ik heb nooit in mijn leven zoveel knuffels gegeven en uitgedeeld als daar. Er zijn zoveel momenten geweest dat ik andere mannen diep in de ogen gekeken heb en moest lachen om hoe mooie mensen ze zijn. We hebben samen regelmatig naakt in het meer gezwommen. We hebben open gepraat over vrouwen en seks (maar dan dat het verder ging dan of iemand nou een borsten- of billenman is). Ik heb massages uitgedeeld en ontvangen. En ik heb mannen verteld hoe mooi ik ze vond. En geen enkel moment was er van dat stomme macho-gedoe met dat er iemand bang was om gay genoemd te worden. Gewoon mannen onder elkaar, maar dan helemaal vrij van oordeel.

Ik vond het echt wel bijzonder om zomaar ergens in de wereld zoveel mensen uit alle windstreken te ontmoeten die ik daarvoor nog nooit gezien had. Maar die wel echt heel gelijkgestemd bleken te zijn in zoveel opzichten. De onderlinge verbondenheid is zo sterk!

We kregen elke dag heerlijk te eten. Het eten werd bereid door de baas van het land met een aantal vrijwilligers. Ze maakten het eten altijd met zoveel liefde klaar. Uit de keuken kwamen altijd mantra’s en andere muziek die meegezongen werd.
De vrouwen die daar ook woonden en werkten was gevraagd om zich niet actief met ons te bemoeien en vice versa. Respect tonen, uiteraard, maar wij waren daar niet om ‘te scoren’. Na afloop van het retreat vertelde één van de vrouwen hoe moeilijk dat voor haar was geweest, omdat “de beste mannen van de wereld” gewoon bij hen over de vloer waren.
En dat compliment accepteerde ik met liefde. Ik denk ook dat we de beste mannen van de wereld waren. Dat betekent niet dat we beter zijn dan andere mannen. Maar het betekent dat iedereen daar echt was om zichzelf en zijn relatie met de wereld om zich heen tot een hoger niveau te tillen. Ik ben trots op ons allemaal.

Filmpje door mijn broeder Tamir

Faro

De laatste dag ging een delegatie van ons naar de stad Faro. We aten samen en een deel van onze groep deelde een hostel. Op de laatste dag gingen we samen ontbijten nog. Het was fijn en hadden hele goede gesprekken samen. Maar op enig punt voelde ik dat ik echt verzadigd was en even alleen wilde zijn. In plaats van te blijven zitten (want ik zou niemand een gevoel van afwijzing willen geven – een boodschap die ik zelf ongemakkelijk zou vinden om te horen), zei ik dat ik even alleen wilde zijn en ik nam afscheid.

Ik ben een beetje door de oude stad gelopen en kwam al gauw terecht in een vrolijke parade met allerlei mensen in klederdracht.

Ik ben ook nog gaan rennen tijdens siësta-tijd van en naar het strand om nog gauw even te zwemmen in de oceaan.
En op het laatst heb ik nog wat quality time doorgebracht met m’n bro Nicky, die ik al jaren kende, met wie ik veel gemeen had, maar die ik eigenlijk nooit zag. Samen naar deze EMX gaan heeft ons ook veel gebracht.

Aftermath

Op het vliegveld ben ik nog snel even over mijn verlegenheid gestapt en heb ik nog snel even vrienden gemaakt met een leuke gast die daar ook was.

In het vliegtuig hadden mijn buren deze keer wel mijn stoel vrij gelaten, maar ik kreeg alsnog een challenge. Ik had namelijk wel trek gekregen op dat tijdstip en in de folder stond een muffin. Die bestelde ik, maar toen ik hem in mijn handen kreeg, leek het wel een gerecht dat door en voor kabouters gemaakt was. In plaats van me zorgen te maken over wat de stewardess zou denken, gaf ik hem terug en zei dat ik hem dat bedrag niet waard vond.

Zonder eerst thuis te komen, ben ik direct door gegaan naar mijn werk. Mijn vrouw Margo heb ik nog een week moeten missen omdat zij van alles faciliteerde op het Lorelei festival. Nu ik zelf dit ondergaan heb, snap ik véél beter wat zij allemaal aan het doen is. Eerst wist ik vooral dat de vrouwen steeds moesten huilen en schreeuwen en dat het op een of andere manier lifechanging voor ze was. Maar door het zelf mee maken, snap ik het helemaal! Ik ben echt supertrots op haar ook. Om de betekenis van haar werk.

Het is vandaag een week geleden dat ik terugkwam in Nederland. In de afgelopen week heb ik me zo ontzettend vol energie, inspiratie en zelfvertrouwen gevoeld. Ik heb een doel in het leven gevonden en veel meer vertrouwen in mijn eigen kunnen. Het is heerlijk om zo door het leven te stappen.

Zoiets gun ik iedere man. Ik geloof dat als je mannen als Putin, Biden en Xi dit samen aan zou laten gaan, dat ze aan het einde niets anders zouden willen dan als broeders samen een mooie wereld voor iedereen maken.

Pionieren in Taizé

Toen ik nog religiewetenschappen studeerde, had ik een aantal mogelijkheden om op reis te gaan. Bijvoorbeeld naar Israël, naar Santiago de Compostella of naar Taizé. Maar omdat ik nog te jong was om daar de waarde van in te zien, heb ik die kansen laten liggen.

Inmiddels ben ik groot. En toen ik in de loop van afgelopen schooljaar een mailtje voorbij zag komen met dat er nog gezocht werd naar begeleiders voor een reis naar Taizé, heb ik mij meteen aangemeld.

Ik wist wel ongeveer wat Taizé was: een oecumenische kloostergemeenschap in Frankrijk, waar jongeren van overal over de wereld samenkomen. Maar ik had totaal geen beeld van hoe het zou zijn om daar een week te zitten. Naarmate het moment dichterbij kwam, kreeg ik steeds meer de angst dat ik straks naar een soort eeuwige EO-jongerendag zou gaan waar allerlei brave jongelui de hele dag glimlachend als in een tandpastareclame en zingend over de Heere geen seks voor het huwelijk zouden hebben. (Gelukkig bleek het achteraf heel anders te zijn, anders ging ik dit niet schrijven.)

Om allerlei redenen hadden we te laat en niet heel effectief gepromoot op school. (Een van die redenen was dat ik dus zelf ook niet zo goed kon vertellen wat de scholieren te wachten zou staan.) Wat ook niet meehielp was dat de reis gepland stond in de eerste week van de zomervakantie. Uiteindelijk hadden we twee begeleiders en twee leerlingen in totaal. Dat had als voordeel dat we in snel en in stijl konden reizen: met mijn Jaguar grotendeels over de Duitse Autobahn.

Het aankomen was een beetje chaotisch, maar daar had mijn collega Ruben, een Taizé-veteraan al voor gewaarschuwd. Het is in principe de bedoeling dat je een week in Taizé verblijft, van zondag tot en met zondag en dat je een programma volgt. In Taizé ben je tot je 35e een jongere, dus dat was ik ook nog. Als je ouder bent dan dat, zijn er wat restricties, zoals dat je niet elk jaar terug mag komen als je geen jongeren begeleidt.
We kampeerden op een veldje. Ik had met dunne matjes kofferbakruimte bespaard, maar die beslissing zou ten koste gaan van een aantal nachten goede nachtrust – het zou uiteindelijk vijf nachten duren voordat mijn lichaam zich zou neerleggen bij het idee dat ondergrond gewoon hard was.

Omdat we maar met z’n vieren waren, werden we al vrij gauw geadopteerd door een andere Nederlandse school. De Bogerman uit Sneek had al jaren de traditie om naar Taizé te komen en ze waren dit keer met “maar” twintig leerlingen.
Uiteindelijk was ik daar ontzettend blij mee. Het was een super leuke groep en ik kon het met de meesten erg goed vinden. Het kostte ze wat moeite, maar uiteindelijk lukte het de meesten om gewoon “je” tegen me te zeggen en “meneer” achterwege te laten. En omdat ik zelf van mijn zesde tot mijn achttiende in Friesland gewoond heb, kon ik ook eindelijk weer eens een beetje Fries praten en had ik wat van dat nuchtere Friese om mij heen, wat een beetje subtiel is en daardoor moeilijk uit te leggen aan niet-ingewijden…

De aard van Taizé

Even ter illustratie: Taizé is een piepklein dorpje op een heuvel. Bij het dorpje horen de Broeders van Taizé, die een kloosterorde vormen, die internationaal zich inzetten voor het welzijn van mensen. Er zijn meer dan honderd broeders, maar sommigen zitten op plekken waar ze arme mensen kunnen helpen, zoals in Bangladesh of nog erger: de banlieu van Parijs.

Op het terrein staan een aantal gebouwen en tenten. Sowieso een hele grote kerk. Maar ook slaapbarakken, workshopruimtes en een grote gaarkeuken, waar iedereen elke dag van drie maaltijden en een tussendoortje voorzien wordt.

Beneden de heuvel is ook nog een stiltetuin met daarin de heilige bron van Sint Étienne.

Verblijven in Taizé kost geen klap. Je betaalt klein een bedrag afhankelijk van je eigen welvaart en de rijkdom van het land waar je vandaan komt. Je betaalt puur voor je eigen onderhoud, want ze willen expliciet niet rijk van je worden. De voornaamste bron van inkomsten halen ze uit de verkoop van boeken, kunst en alles uit hun pottenbakkerij. En ook dat is niet duur.

Er heerst een sfeer van eenvoud en delen.

Kerk en God

Iedere dag waren er drie kerkdiensten, waarbij je verwacht werd (werd verder niet gecontroleerd ofzo, maar het is een belangrijk deel van de structuur). Die werden gehouden in de grote kerk. Dat is een vrij groot gebouw, helemaal bekleed met vloerbedekking. Voor de oude mensen zijn er wat bankjes aan de zijkant, maar verder zit iedereen op de grond. In het midden is een strook waar de broeders van Taizé dan zitten.
Er wordt veel gezongen in meerstemmige liederen. Echt veel mooier dan ik in wat voor kerk dan ook gehoord heb.

Hier was ik dus bij. Maar ver buiten beeld wel.

En tijdens iedere dienst is er tussen de tien en vijftien minuten stilte. Daarvan heb ik ontzettend genoten. Thuis vind ik vijf minuten mediteren meestal al veel. Maar in zo’n dienst verging het me het allemaal heel makkelijk; en werd mijn innerlijke stilte vaak al voor ik het wist ruw verstoord doordat mensen heel zachtjes in hun liedboekjes gingen bladeren.
De meeste leerlingen vonden de stilte aan het begin lang en vervelend, maar het viel op dat ze het na verloop van tijd echt gingen waarderen en aangaven daar ook iets mee van naar huis te willen nemen.

Waar ik persoonlijk minder mee had, was de inhoud van de woorden. Alle liedjes gaan over the Lord, le Signeur of Dominus. Ook werd God steeds als persoon geadresseerd in de gebeden en gingen de gekozen bijbelteksten ook vaak over de persoon van God.
Nu weet ik dat er heel veel verschillende soorten en smaken christenen zijn. Dat gaat van fundamentalisten die geloven dat meneer God de aarde in zes dagen maakte tot (meestal Zuid-Europeaanse) cultuurchristenen tot mensen die God zien als een onpersoonlijke macht (eigenlijk net als ik).
Maar wat ik dan steeds hoor in de bijbel- en liedteksten is dat er steeds een persoon boven de gelovigen geplaatst wordt. Soms het kleinzielige godje van het Oude Testament, soms Jezus en soms de persoonlijkheid van God.

In mijn eigen spiritualiteit ervaar ik een heel directe verbinding met het goddelijke. Ik wil best geloven dat er bovennatuurlijke wezens zoals goden bestaan, maar als ik dat niet wil, staan zij niet in tussen mij en het Al.
Ik had in Taizé dan soms ook even de behoefte om er uit te gaan – of eigenlijk – om de wildernis in te gaan. Ik heb lange stukken gerend door de bossen op de heuvels die ik in de verte zag liggen. Ik heb daar op rotsen gezeten tussen vlinders, ondergedoken in water en oeroude bomen aangeraakt. In mijn eigen lichaam en mijn wezen voel ik dan een verbondenheid met iets groters.

Maar één ritueel in het bijzonder heeft me zeker wel aan het denken gezet. Op de vrijdagavond was er de ceremonie van het kruis. Het kruis voor in de kerk werd aan het einde van de dienst in het midden gelegd. En de gelovigen kwamen er in kleine groepjes omheen zitten; ieder ging zijn of haar eigen proces in stilte door op zijn of haar tempo. De kerk was de hele nacht open en continu werd er gezongen of zaten er mensen bij het kruis. Vaak legden ze uiteindelijk hun hoofd erop.
Zelf peinsde ik er niet over om mijn hoofd op dat symbool te leggen. Het kruis is immers een werktuig dat door de Romeinen werd gebruikt om criminelen dood te martelen. En bovendien staat het voor mij als ik eerlijk ben toch ook wel symbool voor de eeuwenlange onderdrukking van de mens die het christendom toch ook gebracht heeft. Was het niet door machtsbeluste lui of het verbranden van boeken en ketters, dan wel door concepten zoals zonde…

Maar toch was ik aanwezig bij de ceremonie van het kruis. De sfeer in de kerk was bijna mystiek. Buiten was de nacht gevallen. Binnen werd gezongen door de mensen die er waren, veel intiemer dan tijdens een gewone dienst. Ik zag hoe mensen bij het kruis waren en daar intense religieuze ervaringen beleefden, die niet onderdeden voor wat ik in mijn eigen spirituele kringen heb gezien en meegemaakt.
Door het kruis zag ik in plaats van de splinter in andermans ogen, de balk in mijn eigen: dat kruis is ook maar een focus, zoals voor mij bijvoorbeeld een speciale steen. En de beeltenissen van God zijn soms ook maar een brug, zoals ik daarvoor vaak de natuur gebruik. De taal is anders. Dit besef bracht me wel een beetje terug naar de aarde en ik het leerde me om oordeel verder uit te stellen.

Hier was een oude eik die ik echt even moest aanraken. Dat is dan weer mijn ding… Boom knuffelen.

Er waren ook elke dag bijbelgroepjes. Ik had mijn twijfels of ik dit zou kunnen begeleiden: ik ken de bijbel echt best wel goed, en heb er juist daardoor niet zoveel mee. Daarom deed ik het samen met Ruben, zodat ik eventueel kon uitstappen.
Er was een gozer die het elke ochtend inleidde. Dat deed hij op een leuke manier: met grapjes, woorden in het Swahili en ook sprookjes, bijvoorbeeld over Ubuntu.

Er was wel één ding wat ik zelf echt anders gedaan zou hebben. Ik zou de jongeren niet op zijn manier meegedeeld hebben wat de verhalen (officieel?) betekenen. Ik zou liever de jongeren daar zelf over na laten denken en wat mogelijke interpretaties naast elkaar zetten. Maar nadat we hadden vastgesteld hadden dat alle jongeren in ons bijbelstudiegroepje gelovig waren, heb ik me teruggetrokken uit het bijbelgedeelte, omdat ik niet vond dat het mijn plaats was om nu daar kritische vragen over te gaan zitten stellen. Bovendien kreeg ik hierdoor tijd voor mijn lange rentochten.

Plezier

Taizé is gezegend met een slecht internet-bereik. Het valt meteen op hoe mensen daar op een andere manier contact met elkaar hebben dan op andere plaatsen. Als ik op school naar de jongeren kijk, dan zitten ze meestal allemaal op hun eigen telefoon te kijken en bestaat de interactie uit dat ze elkaar dingen laten zien die ze online tegenkomen en dat kort bespreken. In Taizé praten ze ouderwets uit zichzelf met elkaar. En er worden heel veel spelletjes gespeeld in groepjes, zoals het ninja-spel, blinde koe of het voeten-tik-spel.

En iedereen is er gewoon heel vrij en vrolijk. Waar ter wereld zie je nou nog pubers die voor de lol Bleeeeeeees the lord my soul aan het blèren zijn?

Na de laatste kerkdienst moet het stil zijn op de camping. Op het terrein is een gebouwtje, Oyak, waar eten en drinken verkocht wordt en waar nog doorgegaan mag worden tot half twaalf. Er is daar in principe verder niets; alleen maar veel ruimte, dus de mensen die daar zijn, moeten zelf een feestje bouwen.

Daardoor is geen enkele avond hetzelfde en ontstaan er allerlei verschillende dingen. Soms worden er popliedjes gezongen die iedereen kent, soms doen Spanjaarden iets Spaans, soms is er een groepje stoere jongens die op een betonnen stoepje over metal praat, soms wordt er gedanst, soms zijn er mensen die lied en dans uit hun eigen land opvoeren, soms gaat het tegen elkaar op en soms mooi samen.

Ik heb zelf de hele dag door ontzettend veel plezier gehad met heel veel van de mensen die er waren. Met andere grote mensen uit allerlei landen. Met een non-binair persoon die in alles zó progressief was dat ik op Facebook al lang ontvriend zou zijn, maar met wie ik in het echt gigantisch goede en diepe gesprekken gevoerd heb. Met jongeren overal vandaan van het bijbelstudiegroepje, met name twee Duitssprekende jongens met wie ik uren over games en metal kon praten. En met de aan Ruben en mij mij toevertrouwde twee kinderen. En tenslotte met de leerlingen uit Sneek. Nadat ze niet meer vousvoyeerden, accepteerde een groepje van hen me eigenlijk wel als onderdeel van hun groep, of op z’n minst als een soort grote broer, waardoor ik mocht meedoen met alle avonturen, gesprekken en spelletjes. Ik heb me echt wel weer even 16 gevoeld voor een paar dagen!

Tijdens mijn zwerftochten had ik ook een geweldige plek om te zwemmen gevonden, met een diep stuk in de rivier en watervalletjes. Op één van de heetste dagen was ik overeen gekomen met de andere begeleiders dat ik de leerlingen mee mocht nemen om te gaan zwemmen. Nou, en of ze dat wilden!

Eén keertje zijn we er met z’n allen ook nog uit geweest om het stadje Cluny te bezoeken. Enorm rijke historie. Best de moeite waard, mocht je in de buurt zijn.

Groei

Al met al was ik natuurlijk wel begeleider. Dat stelde mij in een bijzonder dankbare positie. Natuurlijk moest ik af en toe grote en kleine problemen oplossen, maar vooral kon ik toekijken hoe de jongeren voor mijn ogen aan het groeien waren. Door elke nieuwe ervaring en elke ontmoeting.

De twee die we weer veilig thuis brachten waren een kop groter dan toen ze vertrokken.

Ik hoop dat dit een pioniersreis was, die een nieuwe traditie op mijn school laten starten!

Ga ik volgend jaar weer mee? Graag! Ook als het in de vakantie is? Zelfs dan!

(Al was het alleen al om met zoveel mensen op de foto te gaan omdat ze vonden dat Jason Momoa, Gaston en Jacob uit Twilight op mij lijken – en vooral Jezus. Zelfs een van de broeders benoemde het)

Ik kan Taizé aan alle jongeren aanraden! Blijf bij jezelf, sta open voor anderen.